Home - Oefenvragen - Reeks 3 - Meerkeuzevraag 113
Meerkeuzevraag 113
Reeks 3, vraag 113/150
Hoe moet een bestuurder een niet verplaatsbaar defect voertuig signaleren op de openbare weg nadat hij de nodige maatregelen genomen heeft om de veiligheid en de vlotheid van het verkeer te verzekeren?
A. De bestuurder moet de richtingsaanwijzers gelijktijdig doen functioneren van het niet verplaatsbare defecte voertuig.
B. De bestuurder moet het niet verplaatsbare defecte voertuig op afstand signaleren door de gevaarsdriehoek te plaatsen zodanig dat hij zichtbaar is voor naderende bestuurders van andere voertuigen.
C. De bestuurder moet het verplicht aanwezige oranjegeel knipperlicht op het dak plaatsen van het niet verplaatsbare defecte voertuig.
<< Terug Meerkeuzevraag 112