Rijbewijs B Examen Oefenen Gratis | Online Oefenvraag 30

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 30

Meerkeuzevraag 30

Reeks 1, vraag 30/50

Wat is de benaming voor het deel van de openbare weg dat in het algemeen is ingericht voor het verkeer van voertuigen?

A. Rijbaan.
B. Rijstrook.
C. Autoweg.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 29

Volgende Meerkeuzevraag 31 >>

Autorijscholen

Rijbewijs Theorie Examen Oefenen Gratis Oefenvraag 29

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 29

Meerkeuzevraag 29

Reeks 1, vraag 29/50

Welke toebehoren moeten zich volgens het technisch reglement in elke auto bevinden?

A. Gevarendriehoek, blustoestel en verbandkist.
B. Gevarendriehoek, blustoestel en reservewiel.
C. Blustoestel, reservewiel en verbandkist.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 28

Volgende Meerkeuzevraag 30 >>

Leren Autorijden

Online Rijexamen Oefenen | Rijbewijs Gratis Oefenvraag 28

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 28

Meerkeuzevraag 28

Reeks 1, vraag 28/50

Welke reflectoren moeten bespannen voertuigen achteraan hebben?

A. 1 Vierkantige rode reflector in het midden van het gespan.
B. 2 Gele driehoeken met de punt naar boven.
C. 2 Rode driehoeken met de punt naar boven en symmetrisch van de lengteas van het voertuig.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 27

Volgende Meerkeuzevraag 29 >>

Rijopleiding

Theoretisch Rijexamen Test Online | Gratis Oefenvraag 27

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 27

Meerkeuzevraag 27

Reeks 1, vraag 27/50

Wat is de juiste betekenis van onderstaande het verkeersbord F33a?

Verkeersbord F33a
A. Bewegwijzeringsbord op afstand.
B. Verplicht rechts de weg te volgen.
C. Enkel vrachtwagens van meer dan 7.5 ton verplicht rechts te volgen.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 26

Volgende Meerkeuzevraag 28 >>

Autorijbewijs Halen

Gratis Oefenexamen Rijbewijs B | Online Oefenvraag 26

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 26

Meerkeuzevraag 26

Reeks 1, vraag 26/50

Wat is de juiste betekenis van het onderstaande verkeersbord E1 met onderbord?

A. Parkeerverbod elke dag van 7 uur tot 19 uur.
B. Parkeerverbod elke werkdag van 7 uur tot 19 uur.
C. Stilstaan en parkeren verboden elke dag van 7 uur tot 19 uur.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 25

Volgende Meerkeuzevraag 27 >>

Autorijlessen

Examenvragen Rijbewijs B Oefenen | Gratis Oefenvraag 25

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 25

Meerkeuzevraag 25

Reeks 1, vraag 25/50

Waar worden gevaarsborden geplaatst op de openbare weg die een bestuurder van een voertuig moet wijzen op een gevaar?

A. Een gevaarsbord moet zowel links als rechts van de rijbaan geplaatst worden op minstens 250 meter van de gevaarlijke plaats zonder mogelijke uitzonderingen.
B. Met uitzondering van de gevaarsborden die een overweg aanduiden, of in de onmiddellijke nabijheid van een overweg, worden de gevaarsborden aangebracht op een afstand van ongeveer 150 meter voor de gevaarlijke plaats. De borden moeten rechts van de rijbaan geplaatst worden, indien niet mogelijk door gebrek aan plaats mogen deze gevaarsborden ook boven de rijbaan aangebracht worden.
C. Gevaarsborden dienen op 50 meter van het gevaar geplaatst te worden rechts van de rijbaan en op 30 meter van het gevaar een herhaling boven de rijbaan. Uitzonderingen zijn gevaarsborden die een overweg aanduiden.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 24

Volgende Meerkeuzevraag 26 >>

Rijscholen

Theorie Leren Rijbewijs B | Gratis Oefenvraag 24 Rijbewijs

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 24

Meerkeuzevraag 24

Reeks 1, vraag 24/50

Wie heeft voorrang wanneer voetgangers het fietspad gebruiken omdat er geen begaanbare trottoirs of bermen zijn?

A. Wanneer de voetgangers het fietspad volgen, moeten zij voorrang verlenen aan de fietsers en bromfietsers.
B. Wanneer de voetgangers het fietspad volgen omdat er geen begaanbare trottoirs of bermen zijn, hebben ze altijd voorrang.
C. Voetgangers moeten enkel voorrang verlenen aan fietsers op het fietspad. Bromfietsers die gebruik mogen maken van het fietspad moeten voorrang verlenen aan voetgangers.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 23

Volgende Meerkeuzevraag 25 >>

Autorijles

Theorie Examen Rijbewijs B Vragen | Gratis Oefenvraag 23

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 23

Meerkeuzevraag 23

Reeks 1, vraag 23/50

Hoeveel zijdelingse afstand moet een bestuurder van een auto laten tussen zijn voertuig en een fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets?

A. De zijdelingse afstand moet ten minste 0.75 meter zijn tussen de bestuurder zijn voertuig en de fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets.
B. De bestuurder van een auto moet een zijdelingse afstand van ten minste één meter laten tussen zijn voertuig en de fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets.
C. De zijdelingse afstand tussen de fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets en de bestuurder van een auto moet ten minste 1.5 meter zijn.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 22

Volgende Meerkeuzevraag 24 >>

Autorijbewijs

Theorie Examen Rijbewijs B Oefenen | Gratis Oefenvraag 22

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 22

Meerkeuzevraag 22

Reeks 1, vraag 22/50

Met wat moet een voertuig uitgerust zijn om als een prioritair voertuig beschouwd te worden?

A. Een voertuig enkel uitgerust met één of meerdere gele knipperlichten overeenkomstig de bepalingen van de technische reglementen is een prioritair voertuig.
B. Prioritaire voertuigen zijn uitgerust met één of meerdere blauwe knipperlichten en een speciaal geluidstoestel overeenkomstig de bepalingen van de technische reglementen van de auto's of van de bromfietsen en motorfietsen.
C. Elk voertuig met gele of blauwe knipperlichten is een prioritair voertuig.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 21

Volgende Meerkeuzevraag 23 >>

Rijexamen

Online Oefenen Rijbewijs B | Gratis Oefenvraag 21 Rijbewijs

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 21

Meerkeuzevraag 21

Reeks 1, vraag 21/50

Wanneer moeten de bestuurders en passagiers van drie- en vierwielers met motor en van bromfietsen, zonder passagiersruimte, een valhelm dragen?

A. De bestuurders en passagiers van drie- en vierwielers met motor en van bromfietsen, zonder passagiersruimte, moeten een valhelm dragen.
B. Enkel de bestuurders van drie- en vierwielers met motor en van bromfietsen, zonder passagiersruimte, moeten een valhelm dragen.
C. De bestuurders en passagiers van drie- en vierwielers met motor en van bromfietsen, zonder passagiersruimte, moeten een valhelm dragen vanaf een snelheid die hoger is dan stapvoets.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 20

Volgende Meerkeuzevraag 22 >>

Autorijschool

Rijbewijs Online Oefenen Gratis | Online Oefenvraag 20

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 20

Meerkeuzevraag 20

Reeks 1, vraag 20/50

Wat is de betekenis van onderstaande verkeersbord C5?

A. Verboden richting voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan 2 wielen met uitzondering motorfietsen met een zijspan.
B. Verboden toegang uitgezonderd voor auto's.
C. Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en van motorfietsen met zijspan.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 19

Volgende Meerkeuzevraag 21 >>

Autorijden

Rijbewijs Online Leren | Gratis Oefenvraag 19 Rijbewijs

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 19

Meerkeuzevraag 19

Reeks 1, vraag 19/50

Wanneer moeten bestuurders en de passagiers van auto's die aan het verkeer deelnemen de veiligheidsgordel dragen?

A. Bestuurders en passagiers van auto's die deelnemen aan het verkeer zijn verplicht hun veiligheidsgordel te dragen vanaf een snelheid van 25 km/u.
B. Enkel de bestuurder van een auto is verplicht de veiligheidsgordel te dragen. De passagiers zijn enkel buiten de bebouwde kom verplicht de veiligheidsgordel te dragen.
C. De bestuurder en de passagiers van auto’s die aan het verkeer deelnemen, moeten de veiligheidsgordel dragen, op de plaatsen die ermee zijn uitgerust.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 18

Volgende Meerkeuzevraag 20 >>

Auto Rijlessen

Rijbewijs Online Oefenen | Gratis Oefenvraag 18

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 18

Meerkeuzevraag 18

Reeks 1, vraag 18/50

Hoe moet de bestuurder van een voertuig de achteruitkijkspiegels instellen?

A. De bestuurder moet de achteruitkijkspiegels zo instellen dat hij het verkeer dat van rechts komt kan gadeslaan van zijn zitplaats.
B. De achteruitkijkspiegels van een voertuig moeten door de bestuurder zodanig ingesteld worden dat hij van zijn zitplaats het verkeer achter en links kan gadeslaan en ondermeer een ander voertuig kan waarnemen dat begonnen is links in te halen.
C. De bestuurder is niet verplicht van de achteruitkijkspiegels in te stellen. Achteruitkijkspiegels zijn enkel maar een optie om veilig te kunnen inhalen.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 17

Volgende Meerkeuzevraag 19 >>

Goedkope Rijlessen

Gratis Rijbewijs Online 50 Vragen | Rijbewijs Oefenvraag 17

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 17

Meerkeuzevraag 17

Reeks 1, vraag 17/50

Mag een verkeersbord betreffende voorrang boven en/of links van de rijbaan geplaatst worden?

A. Ja, enkel als herhaling op hetzelfde verkeersbord dat rechts van de rijbaan geplaatst is.
B. Ja, enkel als er rechts van de rijbaan geen plaats is voor een verkeersbord.
C. Nooit, om geen misverstanden te hebben.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 16

Volgende Meerkeuzevraag 18 >>

Rijlessen

Proefexamen Rijbewijs B | Gratis Online Oefenvraag 16

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 16

Meerkeuzevraag 16

Reeks 1, vraag 16/50

Welke geluidstoestellen zijn er toegelaten om te gebruiken op de openbare weg voor auto's, bromfietsen of motorfietsen?

A. Alle geluidstoestellen zijn toegestaan op de openbare weg voor het geven van geluidssignalen met uitzondering de geluiden die gebruikt worden door de hulpdiensten.
B. Enkel overdag mogen alle geluidstoestellen gebruikt worden voor het geven van geluidssignalen dan de standaard gereglementeerde geluidstoestellen die bij de uitrusting van het voertuig behoren.
C. Het is verboden andere toestellen voor het geven van geluidssignalen te gebruiken dan die welke voorzien zijn in dit reglement of in de technische reglementen van de auto's of van de bromfietsen en motorfietsen.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 15

Volgende Meerkeuzevraag 17 >>

Rijscholen Vergelijken

Theorie Rijbewijs Examen | Gratis Online Oefenvraag 15

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 15

Meerkeuzevraag 15

Reeks 1, vraag 15/50

Wat is de betekenis van onderstaande verkeersbord A1A?

Verkeersbord A1A
A. Gevaarlijke bocht naar links.
B. Voorrangsweg naar links.
C. Verplicht links te volgen.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 14

Volgende Meerkeuzevraag 16 >>

Goedkoop Rijbewijs Halen

Theorie Examen Rijbewijs | Gratis Online Oefenvraag 14

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 14

Meerkeuzevraag 14

Reeks 1, vraag 14/50

Welke inrichting van een voertuig mogen bestuurders gebruiken om andere weggebruikers te wijzen op een dreigend gevaar voor ongeval?

A. Bij een dreigend gevaar mogen bestuurders van voertuigen het rode mistlicht achteraan het voertuig kort aan en af zetten om achterliggende weggebruikers te waarschuwen voor een dreigend gevaar voor ongeval.
B. Om andere weggebruikers van de openbare weg te wijzen op een dreigend gevaar mogen bestuurders van voertuigen de inrichting gebruiken die toelaat om al de richtingaanwijzers van het voertuig gelijktijdig te laten werken.
C. Door enkele malen kort te remmen mogen bestuurders van voertuigen andere weggebruikers wijzen op een dreigend gevaar voor een ongeval op de openbare weg.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 13

Volgende Meerkeuzevraag 15 >>

Rijexamen

Rijbewijs Examen Oefenen Gratis | Online Oefenvraag 13

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 13

Meerkeuzevraag 13

Reeks 1, vraag 13/50

Wanneer moet het dimlicht en het rode achterlicht van de bromfietsen en van de motorfietsen gebruikt worden?

A. Buiten de reglementeringen van het gebruik van lichten op de openbare weg moeten bromfietsen en motorfietsen bestendig rijden met dimlicht en rode achterlicht.
B. Motorfietsen en bromfietsen moeten buiten de bebouwde kom het dimlicht en het rode achterlicht gebruiken. Binnen de bebouwde kom zijn de bestuurders van bromfietsen en motorfietsen verplicht hun lichten te doven in alle omstandigheden die buiten de algemene reglementeringen vallen voor het gebruik van lichten op de openbare weg.
C. Op de openbare weg moeten bestuurders van bromfietsen en motorfietsen altijd rijden met het grootlicht en rode achterlicht in alle omstandigheden die vallen buiten de reglementering voor het gebruik van lichten.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 12

Volgende Meerkeuzevraag 14 >>

Autorijschool

Rijbewijs Examen Oefenen Online | Gratis oefenvraag 12

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 12

Meerkeuzevraag 12

Reeks 1, vraag 12/50

Wanneer is het toegestaan om op de openbare weg andere lichten te gebruiken dan die welke in de reglementen voorgeschreven staan?

A. Het is altijd toegestaan om extra verlichting aan voertuigen aan te brengen en te gebruiken op de openbare weg om een beter zicht te krijgen en om beter zichtbaar te zijn voor andere weggebruikers.
B. Het gebruik van andere verlichting aan voertuigen dan die welke beschreven staan in de reglementen is enkel toegelaten op wegen zonder openbare verlichting.
C. Het is altijd verboden andere verlichting te gebruiken op de openbare weg dan die welke beschreven staan in de reglementen.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 11

Volgende Meerkeuzevraag 13 >>

Autorijden

Rijbewijs Examen Oefenen | Rijbewijs Gratis oefenvraag 11

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 11

Meerkeuzevraag 11

Reeks 1, vraag 11/50

Wanneer is het verboden om een portier van een voertuig te openen op de openbare weg?

A. Het is nooit verboden om een portier van een voertuig te openen op de openbare weg.
B. Het is verboden om het portier van een voertuig te openen wanneer men andere weggebruikers, in het bijzonder voetgangers en bestuurders van tweewielers, in gevaar kan brengen of hinderen.
C. Binnen de bebouwde kom moeten andere weggebruikers voorrang geven, en eventueel stoppen, aan bestuurders van voertuigen die hun portier openen of die hun portier laten open staan.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 10

Volgende Meerkeuzevraag 12 >>

Auto Rijlessen

Rijexamen Test Online | Gratis Rijbewijs Oefenvraag 10

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 10

Meerkeuzevraag 10

Reeks 1, vraag 10/50

Wat is de betekenis van onderstaande verkeersbord B1?

A. Na 250 meter een kruispunt waar je voorrang hebt.
B. Voorrang verlenen.
C. Andere weggebruikers moeten voorrang verlenen.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 9

Volgende Meerkeuzevraag 11 >>

Goedkope Rijlessen

Gratis Online Theorie Examen Rijbewijs b | Oefenvraag 9

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 9

Meerkeuzevraag 9

Reeks 1, vraag 9/50

Is het toegestaan om een voertuig te parkeren buiten de bebouwde kommen op de openbare weg waarop het verkeersbord B9 is aangebracht?

Verkeersbord B9
A. Dit is toegestaan wanneer er voldoende ruimte is voor de fietsers.
B. Enkel toegestaan wanneer voldoende er openbare verlichting is.
C. Het is verboden om een voertuig te parkeren buiten de bebouwde kommen op de openbare weg waarop het verkeersbord B9 is aangebracht?

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 8

Volgende Meerkeuzevraag 10 >>

Rijlessen

Theorie Examen Rijbewijs B | Gratis Online Oefenvraag 8

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 8

Meerkeuzevraag 8

Reeks 1, vraag 8/50

Wanneer gelden de verkeerstekens boven de verkeersregels?

A. Enkel wanneer een verkeersteken met een extra knipperlicht is voorzien
B. Verkeersregels gelden altijd boven de verkeerstekens.
C. Verkeerstekens gelden altijd boven de verkeersregels.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 7

Volgende Meerkeuzevraag 9 >>

Rijscholen Vergelijken

Vragen Over Rijbewijs | Gratis Online Oefenvraag 7

Home - Oefenvragen - Reeks 1 - Meerkeuzevraag 7

Meerkeuzevraag 7

Reeks 1, vraag 7/50

Hoe worden voorlopige wegmarkeringen van een rijstrook weergegeven op op de rijbaan?

A. Witte en oranje doorlopende of onderbroken strepen.
B. Oranje doorlopende of onderbroken strepen, hetzij doorlopende of onderbroken strepen gevormd door oranje spijkers.
C. Witte en oranje strepen gevormd door spijkers.

Oplossing: "Keuze A" -- "Keuze B" -- "Keuze C"
<< Terug Meerkeuzevraag 6

Volgende Meerkeuzevraag 8 >>

Goedkoop Rijbewijs Halen